dinsdag 13 mei 2014

zaterdag 12 april 2014: Bahir Dar


Tijdens het ontbijt wordt al heel snel duidelijk dat Korneel zich niet zo goed voelt. Uit één of ander gevoel van sympathie deed hij al een week mee met de Ethiopische vasten. En dat wreekt zich natuurlijk. Dus hij crasht. Zwaar. Normaalgezien zouden we deze middag verder reizen naar de Simien mountains. De lodge waar we daar zouden overnachten ligt boven de 3000 m, dat is niet ideaal als je al ziek bent. En die rit van een paar uur ernaartoe is ook niet aangewezen. Wijziging van de plannen dus. We blijven een extra nachtje in Bahir Dar in de prachtige lodge. En de overnachting in de mountains wordt geschrapt, met pijn in het hart.

Ronny blijft bij Korneel, ikzelf ga met de rest van de kinderen bootje varen op Lake Tana. Hippo’s gaan spotten. Kerk gaan bezoeken. Toch wel een beetje spannend, in zo’n klein bootje op zo’n groot meer, het grootste van Ethiopië. Maar geen nood. ‘In God we trust’ staat er vooraan en dat zullen we dan maar doen zekers? Demis gaat niet mee, hij heeft al teveel meegemaakt met boottochtjes…. Owkeej…. En dat meer? Dat is toch echt heel erg groot hoor…. We komen veilig aan op het eiland. Een gids neemt ons mee naar de kerk. Het hobbelige pad loopt langs  ontelbare winkeltjes. Blijkbaar zijn er mensen die daar op dat eilandje wonen en die leven van de verkoop van hun spullen. Dat legt natuurlijk direct al wat druk. En de gids? Die heeft zelf ook een winkeltje…

Trouwens, weet je wie we daar gezien hebben, bij de kerk? De priester die poseerde voor de cover van de Bradt reisgids ‘Ethiopia’! Jaja, hij zat daar, zomaar, op een stoeleke en keek op gepaste momenten in de lens van de voorbijkomende toeristen. Hij zat daar bij het museum. Het museum, dat is eigenlijk één etalage en nog niet eens een hele grote, waarin je een paar mantels en kronen kan zien, mooie mantels en kronen, dat wel. Het gebouwtje zou nog volgestouwd liggen met hele vele waardevolle dingen, maar voorlopig moeten we het dus doen met de etalage.

De kerk zelf is heel indrukwekkend. Je kent de foto’s. Maar dat dan ook in het echt zien…

Op de terugweg gaan we op zoek naar de hippo’s. En we hebben ze gevonden. Die beesten zijn echt wel indrukwekkend zulle.
Korneel is ondertussen weer wat beter. Goed genoeg om in de namiddag ook een boottocht en kerkbezoek te doen. Korneel en Ronny kiezen voor een kortere tocht. En Gitte die gaat weer mee. Zij is hier zo in haar nopjes, wil niets missen en geniet van alles.

vrijdag 11 april 2014: Debre Libanos – Debre Markos – Bahir Dar


De nacht is spannend. Er is heel veel wind in de kloof naast de lodge. En nu en dan horen we eigenaardige geluiden op het dak van ons huisje…. Zijn de apen ’s nachts op pad? Of andere dieren? Gelukkig kunnen we toch een paar uur rustig slapen.  Want om 7 u komt Demis ons alweer ophalen. Vandaag hebben we een hele lange rit voor de boeg.

Het ontbijt in de Ethio German Lodge? Daar beginnen ze pas aan tegen 8 u en daar kunnen we niet op wachten. We gaan iets eten in een heel speciale plaats. Het Abido International Hotel in Fiche. Op zich niets bijzonders, niet echt toeristisch, geen opvallende locatie, maar wel het hotel waar Ronny op 12 april 2011, dus net 3 jaar geleden,  voor de eerste keer de mama van Frauke ontmoet heeft.

Daarna is het rijden, rijden en rijden…. Hier en daar spotten we een berg, wat apen, gevaarlijke vrachtwagens, recent of minder recent gebeurde accidenten, wegenwerken… er is veel te zien, zo onderweg.

Tegen de middag zijn we in Debre Markos, vlug iets eten en dan weer rijden dus….

De kinderen gedragen zich voorbeeldig. Nu en dan een beetje ruzie, naar buiten kijken, muziek beluisteren. Blijkt dat Demis een muziekliefhebber is. Hij geniet van de jongens hun hardstyle. En de jongens genieten van zijn Michael Jackson. Nooit gedacht dat ze ‘heal the world’ zouden zingen ergens onderweg van Debre Markos naar Bahir Dar. Waarschijnlijk mag ik hen daar vooral niet aan herinneren. Maar op dat ogenblik klopte het wel, op de één of andere bizarre manier.

Op 100 km of zo van Bahir Dar begint het te hagelen. Echt. Niet normaal. Het landschap zag volledig wit. Zo hadden we toch efkes het idee dat we op skiverlof waren, al zagen we op dat moment geen bergen. En het wit was ook vlug weer weg. Dat wel.

Tegen 18 u komen we aan in de Abay Minch Lodge. En we zijn helemaal onder de indruk. Zo’n mooie plaats. En zo’n lekker eten. En zo’n vriendelijke bediening. En zo’n mooie kamers. En zo’n slecht internet, toch in onze kamers helemaal in een uithoek van het domein.